085-0668825 (dagelijks 8.00 - 22.00u)

 

Artikel 164 WVW; rijbewijs ingevorderd na ongeluk

Geplaatst op: 01 juli 2012

Artikel 164 Wegenverkeerswet 1994 regelt in welke gevallen de politie bevoegd is tot invordering van het rijbewijs nadat de bestuurder betrokken is geweest bij een ongeluk. Omdat het artikel zelf wat lastig te lezen is voor leken, hebben wij het artikel voor u “vertaald” in normaal Nederlands. De vertaling ziet op de betrokkenheid bij een ongeluk. Wij wijzen er uitdrukkelijk op dat het artikel zich niet uitsluitend hiertoe beperkt.


Hoofdstuk IX. Handhaving, Wegenverkeerswet 1994

Artikel 164.

Lid 1

Op de eerste vordering van o.a. een politieagent, is de bestuurder van een motorrijtuig, tegen wie door proces-verbaal wordt opgemaakt ter zake dood of zwaar lichamelijk letsel door schuld na een ongeluk (overtreding artikel 6 WVW), verplicht tot overgifte van het hem afgegeven rijbewijs.

(..)

Lid 3

Deze in het vorige lid bedoelde vordering kan worden gedaan indien door de overtreding de veiligheid op de weg ernstig in gevaar is gebracht.

NOOT:

Het criterium voor de invordering van het rijbewijs is dat door uw schuld een ongeluk is gebeurd waarbij een ander zwaar lichamelijk of dodelijk letsel heeft opgelopen. Over het algemeen wordt aangenomen dat het feit dat een ongeluk heeft plaatsgevonden, de veiligheid op de weg per definitie in gevaar is gebracht. Vaak vordert de politie direct het rijbewijs van de betrokkene is, zeker wanneer de gevolgen ernstig zijn. Dit is echter niet juist. Eerst moet worden bekeken of er ook een verkeersfout is gemaakt en hoe ernstig die dan is geweest. Het is vaste jurisprudentie dat een enkele verkeersovertreding niet voldoende is voor een bewezenverklaring van artikel 6 WVW, en derhalve ook geen grondslag kan vormen voor de invordering van het rijbewijs.

Lid 4

In de in het tweede lid bedoelde gevallen is de Officier van Justitie bevoegd tot inhouding van het rijbewijs.
Ook is de Officier van Justitie tot inhouding bevoegd indien op grond van andere feiten of omstandigheden ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat de bestuurder opnieuw onder invloed van alcohol, te hard of gevaarlijk zal rijden.
De officier van justitie is bevoegd de ingevorderde bewijzen onder zich te houden totdat de strafbeschikking onherroepelijk is geworden, de rechterlijke uitspraak in kracht van gewijsde is gegaan of, indien bij die strafbeschikking of uitspraak de bestuurder de bevoegdheid tot het besturen van motorrijtuigen onvoorwaardelijk is ontzegd, tot het tijdstip waarop de ontzegging is verstreken.

Lid 5

De Officier van Justitie is bevoegd om te bepalen dat de inhouding van het rijbewijs niet geldt in de volgende gevallen:
a) de geldigheid van de bewijzen door het CBR wordt geschorst (u ontvangt hiervan een brief);
b) het rijbewijs ongeldig is verklaard op grond van artikel 124 WVW (bij foutieve verstrekking rijbewijs of afstandverklaring);
c) tijdens de ontzegging van de rijbevoegdheid
De inhouding wordt opgeschorst zolang de bewijzen ingevolge de onderdelen a, b en c ongeldig zijn. Zodra het rijbewijs weer geldig is, herleeft de periode van de inhouding.

Lid 6

In de volgende gevallen is de Officier van Justitie verplicht om het rijbewijs terug te geven:
• Indien de officier van justitie binnen tien dagen na de dag van invordering niet gebruik maakt van de bevoegdheid tot inhouding van het rijbewijs.
N.B. Het besluit tot inhouding moet dus binnen 10 dagen zijn genomen. Vanwege de verzending per post kan het iets langer duren voordat u het besluit thuis ontvangt. Vraag altijd de datum van de beslissing op.
• Indien ernstig rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat aan de bestuurder geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid wordt opgelegd.
• Indien niet binnen zes maanden na invordering de strafzaak ter terechtzitting wordt behandeld of er binnen die termijn geen strafbeschikking is uitgevaardigd.
Het rijbewijs wordt in de volgende gevallen niet teruggegeven aan de houder, maar wordt doorgestuurd naar de instantie die de inlevering van het rijbewijs heeft gevorderd:
• Indien het rijbewijs wordt doorgestuurd naar het CBR omdat deze ongeldig is verklaard of omdat de geldigheid van het rijbewijs is geschorst
• Indien het rijbewijs wordt doorgestuurd naar het CJIB in verband met de verplichte inlevering na openstaande geldboetes.
• En enkele andere minder relevante gevallen als vermeld in de artikelen 120, derde lid , 124, vierde lid , 131, tweede lid, onderdeel b , 132, vijfde lid , 132b, tweede lid , 134, vierde lid , of 180, derde lid.

Lid 7

Indien er geen andere bestuurder beschikbaar is of de bestuurder niet aanstonds voldoet aan de vordering tot overgifte van zijn rijbewijs, kan zijn motorrijtuig in bewaring worden gesteld. Teruggave van het motorrijtuig vindt slechts plaats indien aan de vordering is voldaan of indien de officier van justitie zich niet langer tegen de teruggave verzet.

Lid 8

De betrokkene kan tegen de invordering of inhouding van zijn rijbewijs een klaagschrift indienen bij de rechtbank in het arrondissement waar de overtreding is begaan.
Onze gespecialiseerde advocaten kunnen voor u een klaagschrift indienen. Meld uw zaak vandaag nog bij ons aan!

Lid 9

Indien later blijkt dat het rijbewijs onterecht is ingevorderd en ingehouden (bijv. na vrijspraak, ontslag van rechtsvervolging of sepot) heeft de betrokkene recht op schadevergoeding.

N.B. Als standaard geldt een vergoeding van € 10,00 voor de immateriële schade wegens het gemis van het rijbewijs. Daarnaast kunt u de werkelijke schade vorderen.


Regels invordering na betrokkenheid bij een verkeersongeluk

Geplaatst op: 19 juni 2012

De mogelijkheden voor de Officier van Justitie om het rijbewijs in te vorderen na een verkeersongeluk zijn mede afhankelijk van de ernst van het ongeval en de vraag of u schuld heeft aan het ongeval.

Vaak is het zo dat bij ernstige ongevallen, waarbij dodelijke slachtoffers zijn te betreuren, de politie standaard het rijbewijs invordert. Dit is niet altijd terecht. De wet geeft in artikel 164 lid 2 en 3 WVW een limitatieve opsomming van de gevallen waarin het rijbewijs kan worden ingevorderd.
In artikel 164 lid 2 WVW wordt een opsomming van de bekende overtredingen gegeven als rijden onder invloed en snelheidsovertredingen:

a. Wanneer het alcoholgehalte van de adem van de bestuurder hoger is dan 570 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, onderscheidenlijk het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder hoger blijkt te zijn dan 1,3 milligram alcohol per milliliter bloed;
b. Wanneer het alcoholgehalte van de adem van de beginnende bestuurder hoger is dan 350 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, onderscheidenlijk het alcoholgehalte van het bloed van de bestuurder hoger blijkt te zijn dan 0,8 milligram alcohol per milliliter bloed;
c. Bij weigering medewerking aan het alcoholonderzoek
d. Bij snelheidsoverschrijdingen met 50 km/u of meer, in geval van staandehouding van de bestuurder;
e. Bij snelheidsoverschrijdingen op de bromfiets met 30 km/u of meer, in geval van staandehouding van de bestuurder.

Wanneer er dus alcohol, drugs in het spel is, of in geval van forse snelheidsoverschrijdingen kan de politie het rijbewijs invorderen.
Daarnaast noemt artikel 164 WVW lid 3 nog een tweede grond, namelijk wanneer door de overtreding de verkeersveiligheid ernstig in gevaar is gebracht.

Met name deze laatste grond, wordt vaak gebruikt als grondslag voor de invordering van het rijbewijs na een ongeval. Bij een verkeersongeval is in de ogen van de politie per definitie de verkeersveiligheid ernstig in gevaar gebracht. De vraag is echter of de persoon van wie de politie het rijbewijs invordert, ook altijd de overtreder is, en derhalve schuld heeft aan het ongeval. Daarnaast is het niet de bedoeling dat door de invordering van het rijbewijs alvast een voorschot wordt genomen op de misschien later op te leggen straf. Uitgangspunt is nog altijd dat een verdachte onschuldig is, totdat hij later door een rechter wordt veroordeeld. Zeker wanneer u tevens uw rijbewijs nodig hebt voor uw rijbewijs of andere urgente redenen, adviseren wij u altijd om een klaagschrift in te dienen tegen de inhouding van het rijbewijs.


Procedure rijbewijs terug na verkeersongeluk

Geplaatst op: 19 juni 2012

De procedure om uw rijbewijs terug te krijgen na betrokkenheid bij een verkeersongeluk, is ingewikkelder dan bij rijden onder invloed of te hard rijden. Dit heeft er met name mee te maken dat de toedracht van het ongeval in het begin vaak nog niet (geheel) duidelijk is. Ook moet het feitencomplex worden getoetst aan de juridische definitie van schuld; een aanmerkelijke mate van verwijtbare onvoorzichtigheid. Uit de jurisprudentie blijkt dat er nog veel verschil bestaat in de uitleg van het schuldbegrip.

De Hoge Raad, ons hoogste rechtscollege, heeft in een aantal arresten als maatstaf aangegeven dat een enkele overtreding die leidt tot een ongeluk, nog geen aanmerkelijke schuld oplevert, maar wanneer er meerdere verkeersfouten worden gemaakt, zal de schuld aan een verkeersongeluk wel eerder worden vastgesteld.
Het is daarom van belang dat de advocaat zo snel mogelijk een beeld krijgt van de toedracht van het ongeluk. Daartoe zal hij direct het proces-verbaal van de aanrijding opvragen bij de politie c.q. het Openbaar Ministerie. Ook zal hij in overleg met u zich een beeld proberen te vormen.

Indien de Officier van Justitie heeft besloten om uw rijbewijs in te houden, zal – indien uw persoonlijke omstandigheden (werk, medische redenen, etc) daartoe aanleiding geven, onmiddellijk een klaagschrift worden ingediend bij de rechtbank om uw rijbewijs weer terug te krijgen. Vrij snel na de indiening van het klaagschrift ontvangt u een oproeping voor een zitting bij de rechtbank. Tijdens die zitting zal het klaagschrift worden behandeld en zal worden beoordeeld of u uw rijbewijs terug zult krijgen.

Waar nodig werkt de advocaat samen met deskundigen om de toedracht van het ongeluk nader te laten onderzoeken.


Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden