085-0668825 (dagelijks 8.00 - 22.00u)

 

Teruggave rijbewijs – criteria CVOM

Geplaatst op: 17 maart 2015

Binnen 10 dagen na invordering van het rijbewijs dient de officier van justitie te bepalen wat er met het rijbewijs moet gebeuren. In bepaalde gevallen mag de officier besluiten om het rijbewijs voor enkele maanden in te houden, en anders moet het rijbewijs terug naar de houder. Artikel 164, lid 6 WVW 1994 bepaalt in welke gevallen het rijbewijs moet worden teruggegeven:

a) wanneer het rijbewijs ten onrechte is ingevorderd, of
b) wanneer de officier van justitie niet binnen tien dagen na de dag van invordering over de inhouding heeft beslist (met inachtneming van de Algemene Termijnenwet [20]), of
c) indienn binnen een termijn van zes maanden na de dag van invordering geen strafbeschikking is uitgevaardigd, dan wel binnen deze termijn van zes maanden het onderzoek van de zaak op de terechtzitting niet is aangevangen, of
d) wanneer er ernstig rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid dat geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid wordt opgelegd, of
e) wanneer er ernstig rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid dat een kortere onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid zal worden opgelegd dan de tijd gedurende welke het rijbewijs ingevorderd of ingehouden is geweest, dan wel
f) wanneer de door de officier van justitie vastgestelde inhoudingtermijn is verstreken.


Teruggave van het rijbewijs aan de houder vindt echter niet plaats, indien het OM op grond van artikel 164, zesde lid, WVW 1994 een doorzendplicht heeft. In dat geval wordt het rijbewijs doorgeleid naar de instantie bij wie de houder het rijbewijs had dienen in te leveren. Dat is bijvoorbeeld wanneer het rijbewijs moet worden doorgestuurd naar het CBR omdat er ook nog een vorderingsprocedure loopt waarin het rijbewijs ongeldig is verklaard of de geldigheid van het rijbewijs is geschorst.

Bij de onder d. en e. genoemde gevallen moet vooral worden gedacht aan rijbewijzen van verdachten die nooit eerder een ontzegging van de rijbevoegdheid hebben gekregen en die om klemmende redenen van persoonlijke aard hun rijbewijs niet kunnen missen. Het rijbewijs blijft ingehouden totdat de door de officier van justitie bepaalde inhoudingtermijn verstreken is. Op deze grond kan vaak ook met succes een klaagschrift worden ingediend indien de officier van justitie toch besluit tot inhouding van het rijbewijs. 

Het ingehouden rijbewijs wordt, in geval de rijontzegging bij strafbeschikking is opgelegd, niet teruggegeven als verzet is gedaan. Daarbij moet worden aangetekend dat bij misdrijven zoals genoemd in artikel 164 WVW 1994 het onderzoek ter terechtzitting uiterlijk binnen zes maanden na de dag van invordering dient te zijn aangevangen (artikel 164, lid 6 WVW 1994). Voor overtredingen geldt een termijn van 4 maanden.

De officier van justitie dient in ieder geval het rijbewijs terug te geven na het verstrijken van de termijn als aangegeven bij de beslissing tot inhouding. Indien de officier van justitie of de rechter (in eerste aanleg) een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid heeft opgelegd, dient bij het instellen van verzet c.q. hoger beroep het rijbewijs pas te worden teruggegeven als de termijn van deze ontzegging is verstreken (artikel 164, lid 4 WVW 1994).

De beslissing over de teruggave wordt namens de officier van justitie door de rijbewijsmedewerker op het (regio)parket onverwijld gemeld in het rijbewijzenregister. De houder van het rijbewijs wordt ten spoedigste schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing tot teruggave en van de mogelijkheid het rijbewijs ten parkette in ontvangst te nemen, tenzij doorzending moet volgen op grond van het bepaalde in artikel 164, lid 6 WVW 1994; bij de CVOM onverwijld gemeld in het rijbewijzenregister. De houder van het rijbewijs wordt ten spoedigste van de beslissing tot teruggave schriftelijk per aangetekende post in kennis gesteld. Het rijbewijs wordt bij deze kennisgeving gevoegd, tenzij doorzending moet volgen op grond van het bepaalde in artikel 164, lid 6 WVW 1994.


Teruggave rijbewijs binnen 10 dagen

Geplaatst op: 17 maart 2015

In de wet is bepaald dat de officier van justitie binnen 10 dagen nadat het rijbewijs is ingevorderd moet beslissen wat er met het rijbewijs moet gebeuren. De officier van justitie kan beslissen tot teruggave van het rijbewijs maar hij kan ook besluiten om het rijbewijs voor enkele maanden in te houden. In dit artikel gaan we dieper in op deze termijn en geven wij aan wat u kunt doen om uw rijbewijs snel terug te krijgen.


Ingangsdatum termijn

De termijn van 10 dagen waarbinnen over de eventuele teruggave van het rijbewijs moet zijn beslist vangt aan op de dag na invordering van het rijbewijs. U moet dus pas vanaf de dag nadat het rijbewijs is ingevorderd gaan rekenen.

Beslistermijn teruggave rijbewijs

De in de wet genoemde termijn is een beslistermijn. De termijn betekent niet dat u ook binnen deze termijn al bericht van het CVOM moet hebben ontvangen. Vaak gaan er ook nog enkele dagen verloren met de postverzending van de beslissing, waardoor wij clienten altijd adviseren rekening te houden met een ruimere termijn. Wanneer u binnen 14 dagen na invordering van uw rijbewijs nog geen bericht hebt ontvangen, moet u er zelf achteraan bellen om te informeren naar de stand van zaken.

Contact CVOM: 088-699 6666

Algemene termijnenwet

Op de genoemde termijn van 10 dagen, is de Algemene Termijnenwet van toepassing:

Artikel 1, lid 1: Een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
Artikel 3, lid 1: Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze wet zijn: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei.
Artikel 3, lid 2: Voor de toepassing van deze wet wordt de Goede Vrijdag met de in het vorige lid genoemde dagen gelijkgesteld

Wanneer dus de laatste dag van de 10-dagen-termijn zou vallen op een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag, dan wordt de einddatum van de termijn verlengd tot de  maandag of de eerstvolgende andere, doordeweekse dag die niet erkende feestdag betreft. 

Politie vergeet rijbewijs op te sturen

Het gebeurt wel eens dat de politie vergeet om het rijbewijs tijdig in te sturen naar het CVOM. Dat heeft voor u tot voordeel dat de kans groot is dat de officier van justitie bij het CVOM te laat het proces-verbaal over de invordering van het rijbewijs ontvangt en daardoor ook te laat een beslissing kan nemen. In dat geval heeft u geluk, en is de kans groot dat u het rijbewijs direct terugkrijgt.

Rijbewijs niet naar CVOM gestuurd

Van belang is wel om goed na te gaan wat de grondslag van de invordering van het rijbewijs is. Wanneer het rijbewijs op grond van artikel 164 WVW wordt ingevorderd, zal het rijbewijs naar het CVOM wordt doorgestuurd. Dit noemen we het strafrechtelijke traject. De officier van justitie bij het CVOM dient dan een beslissing te nemen over de eventuele teruggave van het rijbewijs. 
Het kan echter ook zijn dat het rijbewijs op grond van artikel 130 WVW wordt ingevorderd. In dat geval zal het rijbewijs naar het CBR worden doorgestuurd. Het CBR heeft dan een termijn van maar liefst 4 weken na ontvangst van de mededeling.

Indienen klaagschrift

Wanneer uw rijbewijs door de officier van justitie wordt ingehouden, hoeft u zich niet bij deze beslissing neer te leggen. U kunt nog een klaagschrift indienen bij de rechtbank. In de meeste gevallen krijgt u het rijbewijs via de rechter vrij snel terug. Indien u erg veel haast hebt om het rijbewijs terug te krijgen, kunnen we ook meteen nadat het rijbewijs is ingevorderd dit klaagschrift indienen. Wij hoeven de beslissing van de officier van justitie dan niet af te wachten.

> Meer informatie teruggave rijbewijs binnen 10 dagen


Teruggave rijbewijs binnen 10 dagen

Geplaatst op: 17 maart 2015

In de wet is bepaald dat de officier van justitie binnen 10 dagen nadat het rijbewijs is ingevorderd moet beslissen wat er met het rijbewijs moet gebeuren. De officier van justitie kan beslissen tot teruggave van het rijbewijs maar hij kan ook besluiten om het rijbewijs voor enkele maanden in te houden. In dit artikel gaan we dieper in op deze termijn en geven wij aan wat u kunt doen om uw rijbewijs snel terug te krijgen.


Ingangsdatum termijn

De termijn van 10 dagen waarbinnen over de eventuele teruggave van het rijbewijs moet zijn beslist vangt aan op de dag na invordering van het rijbewijs. U moet dus pas vanaf de dag nadat het rijbewijs is ingevorderd gaan rekenen.

Beslistermijn teruggave rijbewijs

De in de wet genoemde termijn is een beslistermijn. De termijn betekent niet dat u ook binnen deze termijn al bericht van het CVOM moet hebben ontvangen. Vaak gaan er ook nog enkele dagen verloren met de postverzending van de beslissing, waardoor wij clienten altijd adviseren rekening te houden met een ruimere termijn. Wanneer u binnen 14 dagen na invordering van uw rijbewijs nog geen bericht hebt ontvangen, moet u er zelf achteraan bellen om te informeren naar de stand van zaken.

Contact CVOM: 088-699 6666

Algemene termijnenwet

Op de genoemde termijn van 10 dagen, is de Algemene Termijnenwet van toepassing:

Artikel 1, lid 1: Een in een wet gestelde termijn die op een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag eindigt, wordt verlengd tot en met de eerstvolgende dag die niet een zaterdag, zondag of algemeen erkende feestdag is.
Artikel 3, lid 1: Algemeen erkende feestdagen in de zin van deze wet zijn: de Nieuwjaarsdag, de Christelijke tweede Paas- en Pinksterdag, de beide Kerstdagen, de Hemelvaartsdag, de dag waarop de verjaardag van de Koning wordt gevierd en de vijfde mei.
Artikel 3, lid 2: Voor de toepassing van deze wet wordt de Goede Vrijdag met de in het vorige lid genoemde dagen gelijkgesteld

Wanneer dus de laatste dag van de 10-dagen-termijn zou vallen op een zaterdag, zondag of een algemeen erkende feestdag, dan wordt de einddatum van de termijn verlengd tot de  maandag of de eerstvolgende andere, doordeweekse dag die niet erkende feestdag betreft. 

Politie vergeet rijbewijs op te sturen

Het gebeurt wel eens dat de politie vergeet om het rijbewijs tijdig in te sturen naar het CVOM. Dat heeft voor u tot voordeel dat de kans groot is dat de officier van justitie bij het CVOM te laat het proces-verbaal over de invordering van het rijbewijs ontvangt en daardoor ook te laat een beslissing kan nemen. In dat geval heeft u geluk, en is de kans groot dat u het rijbewijs direct terugkrijgt.

Rijbewijs niet naar CVOM gestuurd

Van belang is wel om goed na te gaan wat de grondslag van de invordering van het rijbewijs is. Wanneer het rijbewijs op grond van artikel 164 WVW wordt ingevorderd, zal het rijbewijs naar het CVOM wordt doorgestuurd. Dit noemen we het strafrechtelijke traject. De officier van justitie bij het CVOM dient dan een beslissing te nemen over de eventuele teruggave van het rijbewijs. 
Het kan echter ook zijn dat het rijbewijs op grond van artikel 130 WVW wordt ingevorderd. In dat geval zal het rijbewijs naar het CBR worden doorgestuurd. Het CBR heeft dan een termijn van maar liefst 4 weken na ontvangst van de mededeling.

Indienen klaagschrift

Wanneer uw rijbewijs door de officier van justitie wordt ingehouden, hoeft u zich niet bij deze beslissing neer te leggen. U kunt nog een klaagschrift indienen bij de rechtbank. In de meeste gevallen krijgt u het rijbewijs via de rechter vrij snel terug. Indien u erg veel haast hebt om het rijbewijs terug te krijgen, kunnen we ook meteen nadat het rijbewijs is ingevorderd dit klaagschrift indienen. Wij hoeven de beslissing van de officier van justitie dan niet af te wachten.

> Meer informatie teruggave rijbewijs binnen 10 dagen


Teruggave rijbewijs na invordering/inhouding

Geplaatst op: 09 december 2013

Het rijbewijs wordt door de officier van justitie onverwijld teruggegeven, indien:

  • het rijbewijs ten onrechte is ingevorderd, of
  • de officier van justitie niet binnen tien dagen na de dag van invordering over de inhouding heeft beslist (met inachtneming van de Algemene Termijnenwet, of
  • binnen een termijn van zes maanden na de dag van invordering geen strafbeschikking is uitgevaardigd, dan wel binnen deze termijn van zes maanden het onderzoek van de zaak op de terechtzitting niet is aangevangen, of
  • ernstig rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid dat geen onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid wordt opgelegd, of
  • ernstig rekening dient te worden gehouden met de mogelijkheid dat een kortere onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid zal worden opgelegd dan de tijd gedurende welke het rijbewijs ingevorderd of ingehouden is geweest, dan wel
  • de door de officier van justitie vastgestelde inhoudingtermijn is verstreken.

Teruggave van het rijbewijs aan de houder vindt echter niet plaats, indien het OM op grond van artikel 164, zesde lid, WVW 1994 een doorzendplicht heeft. In dat geval wordt het rijbewijs doorgeleid naar de instantie bij wie de houder het rijbewijs had dienen in te leveren.

Bij de onder d. en e. genoemde gevallen moet vooral worden gedacht aan rijbewijzen van verdachten die nooit eerder een ontzegging van de rijbevoegdheid hebben gekregen en die om klemmende redenen van persoonlijke aard hun rijbewijs niet kunnen missen. Het rijbewijs blijft ingehouden totdat de door de officier van justitie bepaalde inhoudingtermijn verstreken is.

Het ingehouden rijbewijs wordt, in geval de rijontzegging bij strafbeschikking is opgelegd, niet teruggegeven als verzet is gedaan. Daarbij moet worden aangetekend dat bij misdrijven zoals genoemd in artikel 164 WVW 1994 het onderzoek ter terechtzitting uiterlijk binnen zes maanden na de dag van invordering dient te zijn aangevangen (artikel 164, lid 6 WVW 1994). Voor overtredingen geldt een termijn van 4 maanden.

De officier van justitie dient in ieder geval het rijbewijs terug te geven na het verstrijken van de termijn als aangegeven bij de beslissing tot inhouding. Indien de officier van justitie of de rechter (in eerste aanleg) een onvoorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid heeft opgelegd, dient bij het instellen van verzet c.q. hoger beroep het rijbewijs pas te worden teruggegeven als de termijn van deze ontzegging is verstreken (artikel 164, lid 4 WVW 1994).

De beslissing over de teruggave wordt namens de officier van justitie door de rijbewijsmedewerker

  • op het (regio)parket onverwijld gemeld in het rijbewijzenregister. De houder van het rijbewijs wordt ten spoedigste schriftelijk in kennis gesteld van de beslissing tot teruggave en van de mogelijkheid het rijbewijs ten parkette in ontvangst te nemen, tenzij doorzending moet volgen op grond van het bepaalde in artikel 164, lid 6 WVW 1994;
  • bij de CVOM onverwijld gemeld in het rijbewijzenregister. De houder van het rijbewijs wordt ten spoedigste van de beslissing tot teruggave schriftelijk per aangetekende post in kennis gesteld. Het rijbewijs wordt bij deze kennisgeving gevoegd, tenzij doorzending moet volgen op grond van het bepaalde in artikel 164, lid 6 WVW 1994.

Direct contact met een advocaat?
Meld gratis en vrijblijvend uw zaak aan.
Zaak aanmelden